Dagje meelopen...
Veel vroeger dan normaal parkeer ik mijn auto bij mijn werk. Het voordeel van vandaag is dat ik een plekje dicht bij de ingang heb. Al ruim acht jaar werk ik op de ICT-afdeling van Teylingereind, maar vandaag loop ik mee op een leefgroep.
In Teylingereind helpen we jongeren die door de rechter bij ons geplaatst zijn om weer mee te doen in de maatschappij. We bieden elke jongere een individueel traject, zodat hij de beste kansen krijgt op een succesvolle terugkeer in de samenleving.
Ik loop naar binnen en log in met mijn druppel. Omdat ik vandaag niet met mijn eigen sleutelbos naar binnen mag, vraag ik bij de beveiliging om een groepsleidersbos en een pieper. Achter de detectiepoort zie ik Ruben alweer zijn schoenen aantrekken en ik wens hem goedemorgen. Ruben is degene met wie ik vandaag ga meelopen.
Ik trek mijn schoenen uit, doe mijn riem en horloge af, leg deze in een bak op de rolband en loop door de detectiepoort. Gelukkig geen gepiep – ik mag doorlopen. Nadat ik mijn spullen weer heb aangedaan, loop ik samen met Ruben naar de ruimte waar we onze pieper moeten testen. Hier merk ik dat ik mijn eerste leermoment van de dag te pakken heb, want dit heb ik nog nooit gedaan.
Daarna lopen we samen naar de leefgroep. Ruben legt uit dat ik, mocht er een alarmsituatie ontstaan, op de groep moet blijven omdat ik niet getraind ben om in te grijpen. Dat begrijp ik goed, en het voelt ook als een veilige afspraak.
De overige drie collega’s zijn inmiddels gearriveerd en ik merk dat er meteen van alles gedaan moet worden. De overdracht van gisteren moet gelezen worden, spullen worden klaargezet, het dagprogramma opgehangen en de computers opgestart. Daarna wachten we op de portotest en het piepje op de piepers dat aangeeft dat de groep geopend mag worden.
De kamers van de jongeren worden geopend en ze moeten gaan douchen. Daar hebben ze niet veel tijd voor, want voor het ontbijt moet er ook nog gelucht worden. Eén jongen kan nog niet douchen omdat hij naar de intake moet – hij heeft vandaag een zitting en de politiebus staat al klaar. Ik word gevraagd om mee te lopen, wat ik een leuk begin van de dag vind.
Wanneer we weer terug zijn op de groep, staat iedereen al klaar om naar buiten te gaan. Terwijl ik achteraan aansluit, vragen de jongeren wie ik ben en of ik nieuw ben op de groep. Ik leg uit dat ik een dagje meeloop omdat ik graag wil weten hoe het werken op de groep is. Ze accepteren dat en lopen verder.
Mijn collega vertelt ondertussen dat de deuren altijd achter ons in het slot moeten vallen en dat we pas doorgaan naar de volgende deur als iedereen bij elkaar is. Buiten aangekomen gaan de jongeren voetballen, terwijl de begeleiders onder een afdakje staan te observeren en vragen beantwoorden.
Na het luchten is het tijd om te ontbijten. De stoelen worden van de tafel gehaald en het ontbijt wordt klaargezet. Iedereen gaat zitten en na een momentje stilte worden de borden verdeeld. Iedereen maakt zijn eigen ontbijt. Tijdens het eten worden de taken verdeeld: afwassen, afdrogen, tafel afnemen en vegen. Het valt me op dat iedereen weet wat hij moet doen, en voor ik het weet is het alweer tijd om naar school te gaan.
Niet iedereen heeft het eerste uur les. De jongeren die vrij zijn, gaan terug naar hun kamer. De begeleiding brengt de rest naar school en daarna vertrekken de groepsleiders naar de kantine. Daar komen alle groepsleiders, de beveiliging en de dagverantwoordelijke samen voor de dagstart. Er wordt besproken of er bijzonderheden zijn op de groep en waar rekening mee gehouden moet worden. Het is een korte, maar nuttige bijeenkomst.
Terug op de groep mogen de jongeren die geen les hebben even ontspannen: chillen, pingpongen of gamen. De tijd vliegt voorbij, want al snel moeten ze zich weer klaarzetten voor de volgende lesuren. Ruben en ik gaan met zes jongeren naar een les waarin een veteraan zijn verhaal komt vertellen.
Het duurt even voordat we mogen vertrekken, en de jongeren worden ongeduldig. Boven aangekomen begrijp ik waarom: er staat niet alleen beveiliging, maar ook een drugshond. Iedere jongen moet langs de hond lopen. Sommige jongeren zijn zichtbaar bang, maar er is geen keus.
Bij één jongen gaat de hond zitten – een teken dat er mogelijk drugs aanwezig zijn. Hij gaat samen met een beveiliger en groepsleider terug naar beneden om gevisiteerd te worden. De hond controleert ook zijn kamer, maar er wordt niets gevonden. Toch mag de jongen niet meer naar school en moet hij op zijn kamer blijven tot de rest terug is.
In de klas treffen we een oudere man met medailles op zijn jasje en een blauwe baret op tafel. Iedereen gaat zitten en nadat er limonade is uitgedeeld, begint Jos zijn verhaal. De jongeren luisteren aandachtig en stellen regelmatig vragen, waardoor het een actieve les wordt. In het laatste kwartier merk ik dat de concentratie afneemt; dat wordt opgelost door een YouTube-filmpje te tonen over een vredesmissie in Afghanistan. Na de schoolbel lopen we terug naar de groep.
Nu is het pauze voor het personeel en gaan de jongeren een half uur naar hun kamer. Daarna mogen ze weer op de groep komen en is het tijd om te lunchen. De schoonmaaktaken worden opnieuw verdeeld en voor we het weten zitten we aan tafel.
De sfeer is positief en de humor van de groepsleiders zorgt ervoor dat ik een paar keer heerlijk moet lachen. De jongeren vragen me af en toe ook mijn mening, bijvoorbeeld over de broodkruimels in de boter of het gebrek aan jam.
Na de lunch is het weer tijd om naar school te gaan. Ik sluit opnieuw achteraan in de rij en loop mee naar boven. Dit keer brengen we de jongeren tot aan het lokaal en lopen dan direct weer terug naar de groep.
Terug op de groep loop ik samen met Julie een rondje langs de kamers om het nieuwe dagprogramma neer te leggen en te controleren of alle stekkers nog goed vastzitten en de verzegelingen intact zijn.
Op kantoor worden de laatste administratieve taken uitgevoerd en daarna is het tijd voor de overdracht. De late dienst is inmiddels binnen en we nemen aan de grote tafel de dag door. Iedere jongere wordt besproken en afspraken worden doorgegeven.
Na de overdracht trekken we onze jassen aan en lopen we richting de uitgang. Met een glimlach lever ik mijn sleutels en pieper in bij de beveiliging.
Onderweg naar huis bedenk ik me hoe vaak ze vandaag hebben gevraagd wat ik ervan vond. Wat een fijne collega’s heb ik leren kennen. Ik heb veel respect gekregen voor hun werk. Het was een mooie en leerzame dag.